Wanneer je met kalkverf van de Bever gaat schilderen en je bent gewoon om met traditionele muurverven te werken, dan zul je toch even een knopje moeten omdraaien. Als je een smaakvol effect of resultaat wilt krijgen, dan mag je zeker niet schilderen op dezelfde manier.
Een paar basisregels :
*Schilder niet met de rol, maar met de borstel. Kalkverf van de Bever wordt met een borstel aangebracht. Best een blokborstel.
*Werk niet in duidelijke uitgelijnde blokken
*Werk juist zo onregelmatig mogelijk, schuif met andere woorden over de muur verder in een soort spinnenwebvorm en probeer zelfs bij deze manier van werken de eigenlijke overgangen zo veel mogelijk in elkaar te laten vloeien.
*Overgangen in elkaar laten vloeien kun je doen door een paar borstelstreken vooruit te plaatsen als je een stuk aan het schilderen bent (dus een paar streken aanbrengen op het deel waar je nog niet aan het schilderen bent) en omgekeerd wanneer je verder doorgeschoven bent, een paar streken aanbrengen in het al geschilderde stuk.
Het wolkerige effect dat van nature uit ontstaat kun je versterken door een laatste passage : leng daarvoor de verf aan met ongeveer 10% water en breng hier en daar nog enkele accenten aan.
Dit kan nodig of gewenst zijn bij lichte kleuren. Hoe donkerder immers de kleur, hoe zichtbaarder het wolkerig effect met de witte kalkschijn van nature uit al zal zijn.